Samenwerken in een team is niet altijd even makkelijk. Zo kunnen sommige teamleden onderling met elkaar botsen en zijn er leden die juist weer meer aan het woord zijn dan anderen. Als leider kan het daarom wel eens lastig zijn om de meest optimale leiderschapsstijl aan te houden. Hierbij komt situationeel leiderschap om de hoek kijken.
De betekenis van situationeel leiderschap is; het afstemmen van de leiderschapsstijl op een project, opdracht of persoon met als gevolg het gedrag van teamleden optimaal beïnvloeden voor het beste resultaat. Er wordt gesteld dat er vier basis leiderschapsstijlen zijn die zich karakteriseren op basis van de mate van doelgerichtheid en persoonsgerichtheid van de leider. Op deze pagina gaan we je er alles over vertellen.
Wat is situationeel leiderschap?
Situationeel leiderschap is het afstemmen van de leiderschapsstijl op basis van de groep waaraan leiding wordt gegeven. Het gedrag van de leider zal in dat geval aangepast worden aan het waarneembare gedrag van de teamleden. Door in te spelen op het gedrag van de groep zal er een verbeterde samenwerking tussen medewerkers ontstaan waardoor betere resultaten behaalt zullen worden.
Hierbij moet er ook rekening gehouden worden met het gedrag van individuele teamleden zodat er een optimaal teamverband ontstaat. Het gedrag van één individueel teamlid kan namelijk al van grote invloed zijn op de gehele groep. Bij situationeel leiderschap is het dus de kunst om de leiderschapsstijl aan te passen naar de wensen van het team.
De verschillende leiderschapsstijlen
Zoals je wellicht al hebt vernomen zijn er vier basisstijlen voor leiderschap. Bij situationeel leiderschap is het de kunst om de juiste leiderschapsstijl te kiezen die aansluit op het gedrag en de wensen van het team. De verschillende leiderschapsstijlen onderscheiden zich van elkaar in mate van ondersteuning (veel of weinig) en mate van sturing (veel of weinig). Hieronder hebben we ze in het kort voor je op een rijtje gezet:
- Sturend leiderschap: veel sturing en weinig ondersteuning
- Coachend leiderschap: veel sturing en veel ondersteuning
- Ondersteunend leiderschap: weinig sturing en veel ondersteuning
- Delegerend leiderschap: weinig sturing en weinig ondersteuning
Zoals je ziet zijn de verschillende leiderschapsstijlen afhankelijk van de mate van sturing en ondersteuning van de leider. Door naar het gedrag en de kwaliteiten van een groep te kijken kun je al snel zien welke leiderschap hier het beste bij past. Echter moet je dergelijke zaken wel kunnen herkennen binnen een groep. Hieronder leggen we je alvast meer uit over de verschillende leiderschapsstijlen en in welke situaties ze toegepast worden.
1. Sturend leiderschap
Sturend leiderschap wordt toegepast wanneer een groep nog niet bekwaam is om de taken zelfstandig uit te voeren. Vaak is dit het geval bij een team met nieuwe of onervaren medewerkers. Zij hebben extra taakgerichte sturing nodig om de taken te volbrengen. Ook zal de leider alle touwtjes in handen hebben en alle beslissingen maken.
In teamverband kan het ooit gevaarlijk zijn als personen niet beschikken over de juiste skills om een taak te volbrengen. Zo kunnen zij bepaalde taken uitstellen of minder zin hebben om de taken uit te voeren. Daarom is het belangrijk om in dergelijke gevallen veel sturing te geven aan de groep met betrekking tot de taken die verricht moeten worden. Hierbij wordt doorgaans weinig tot geen aandacht besteedt aan ondersteuning op individueel niveau.
Als leider is het belangrijk om de groep mee te nemen in het te behalen doel en daarbij de tussenstappen van te voren te bespreken. Zo weet ieder teamlid wat er verwacht wordt en wat ze te doen staat. Het helpt enorm om personen te complimenteren wanneer ze vorderingen maken met betrekking tot de opdrachten. Dit zal ze stimuleren en motiveren om door te gaan. Overlaad de leden niet met te veel informatie in één keer, maar ga in plaats daarvan stapsgewijs aan de slag.
2. Coachend leiderschap
Coachend leiderschap wordt voornamelijk toegepast bij groepen die heel graag willen, maar nog niet zelfstandig aan de slag kunnen gaan door gebrek aan kennis of bekwaamheid. Hierdoor kunnen sommige medewerkers blokkeren aangezien ze niet goed weten wat ze moeten doen en er zelf weinig vertrouwen in hebben.
Het werkt goed om teamleden taakgericht aan te sturen en te ondersteunen door ze te motiveren en te inspireren. Dit doe je simpelweg door veel naar ze te luisteren en ze te helpen wanneer dit nodig is. Hiermee help je medewerkers zelfvertrouwen krijgen in hun werkzaamheden, ook als ze hier nog maar weinig tot geen kennis over hebben.
3. Ondersteunend leiderschap
Als een groep bekwaam genoeg is om de taken zelfstandig te verrichten, maar er geen drive is, dan zal de leider een ondersteunende rol moeten aanhouden. Het motiveren en inspireren van de groep is hierbij essentieel om de groep aan de gang te krijgen. In dergelijke gevallen is er weinig sturing nodig, maar juist veel ondersteuning.
- Laat teamleden participeren in de besluitvorming zodat ze het doel beter gaan accepteren en zichzelf kunnen motiveren om aan de slag te gaan. Wanneer medewerkers een fout hebben gemaakt kan dit impact hebben op het zelfvertrouwen. Wanneer iemand zich een fout erg kwalijk neemt, is het belangrijk om die persoon weer te motiveren. Iedereen kan namelijk wel eens een foutje maken.
Mochten er vragen of problemen ontstaan binnen de groep? Dan doe je er als leider goed aan om samen om tafel te gaan zitten en gezamenlijk bepaalde onderwerpen te bespreken. Laat ieder individu zijn eigen inbreng geven om eventuele problemen of vragen gezamenlijk op te lossen. Vervolgens zal iedereen weer gemotiveerd aan de slag kunnen gaan zodra alles is opgehelderd.
4. Delegerend leiderschap
Een delegerende leiderschapsstijl is perfect toe te passen op een groep met medewerkers die volledig vakbekwaam zijn en het fijn vinden om zelfstandig te werken. Zij zullen tijdens het verloop van een project zelf naar de leider toe stappen om hun vorderingen te delen. Vaak halen dergelijke groepen motivatie en inspiratie uit het feit dat ze volledig zelfstandig door kunnen werken.
Voor velen lijkt delegeren erg makkelijk, maar in de praktijk is dit voor een leider niet altijd zo aangezien de leider veel overlaat aan de groep. Een leider doet er goed aan om het einddoel en eventuele deadlines met teamleden te bespreken. Tussentijds zullen er evaluatiemomenten worden ingepland om de voortgang van de werkzaamheden te bespreken.
Het is belangrijk voor een delegerende leider dat hij/zij op een gepaste afstand toezicht houdt op de groep. De leider moet begrijpen dat beslissingen door de medewerkers worden genomen. Bij grote/belangrijke beslissingen zal er echter wel vaak overleg plaatsvinden. Waar alles goed gaat is het wel op z’n plek om te complimenteren, maar de rest zal op vertrouwen op het team moeten verlopen.
Hoe kan de Me.-scan situationeel leiderschap bevorderen?
Situationeel leiderschap toepassen is in de praktijk vaak lastiger dan je denkt. Want welk soort leiderschap past nu het beste bij de groep? Om erachter te komen wat de kwaliteiten, valkuilen en talenten binnen een groep zijn kun je gebruik maken van de Me.-scan.
Laat de Me.-scan invullen door ieder individueel teamlid. Vervolgens kan ieder teamlid op individueel niveau inzicht krijgen in zijn/haar kwaliteiten, (verborgen) talenten, eigenschappen, valkuilen en ontwikkelingsmogelijkheden.
De Me.-scan is daarnaast nog breder toe te passen. Zo is het mogelijk om alle individuele profielen te bundelen tot een gezamenlijk teamprofiel. Voor leiders kan dit uitermate handig zijn om te bepalen welke organisatiecultuur in de groep heerst en of de teamleden wel op de juiste plek zitten. Hierbij wordt er ook rekening gehouden met de situatie van zowel het team als de medewerkers op individueel vlak.
Op basis van de inzichten die verkregen worden vanuit de Me.-scan kun je bepalen welke leiderschapsstijl het beste past bij de groep. Situationeel leiderschap wordt hierdoor op de juiste manier toegepast aangezien je de leiderschapsstijl optimaal aanpast op de kwaliteiten en het gedrag van de groep.